Aan de slag - Veelgestelde vragen

Vraag 01:

Is er een verschil in de bovenbouw tussen Gymnasien en Gesamtschule?

Nee. Beide schooltypes onderwijzen volgens de voorgeschreven leerplannen van de gymnasiale Oberstufe. Aan het einde van de bovenbouw leggen alle leerlingen het centrale eindexamen af.
Op de scholengemeenschap wordt veel aandacht besteed aan uw individuele leerniveaus. Het gedifferentieerde werk dat op scholengemeenschappen in het lager secundair onderwijs wordt gedaan en dat bedoeld is om u te ondersteunen, aan te moedigen en te begeleiden, wordt ook in het hoger secundair onderwijs voortgezet. De scholengemeenschap biedt dus een "zachtere" overgang en heeft meestal lage uitvalpercentages.


Vraag 02:

Aan welke voorwaarden moet ik voldoen om toegelaten te worden tot de introductiefase (klas 11)?

Een bovengemiddelde prestatie bij het behalen van het Fachoberschulreife geeft recht op deelname aan de gymnasiale Oberstufe (Gymnasium, Gesamtschule en Beroepsgymnasien). Het wordt toegekend als de prestaties aan het einde van groep 10 in alle vakken ten minste voldoende zijn. Een voldoende prestatie in één hoofdvak (Duits, wiskunde, Engels) kan worden gecompenseerd door een goede prestatie in een ander hoofdvak. Maximaal drie voldoende prestaties in een ander vak of twee voldoende en één onvoldoende prestatie kunnen worden gecompenseerd door een gelijk aantal goede prestaties in de andere vakken. Elk vak mag maar één keer gecompenseerd worden.


Vraag 03:

Hoe is de gymnasiale Oberstufe gestructureerd?

De gymnasiale Oberstufe is op alle gymnasia en scholengemeenschappen hetzelfde. Het omvat in totaal drie jaar en begint met de inleidende fase van één jaar (Gymnasium: leerjaar 10; Gesamtschule: leerjaar 11). Daarna volgt de tweejarige kwalificatiefase. De maximale verblijfsduur in de gymnasiale Oberstufe is vier jaar. Dit geldt ook voor de beroepsgymnasien.


Vraag 04:

Wat is het verschil tussen de introductiefase en de kwalificatiefase?

In de inleidende fase worden de leerlingen vertrouwd gemaakt met de inhoudelijke en methodologische eisen van de gymnasiale Oberstufe. Hier verwerven ze alle inhoudelijke en methodologische vereisten om aan de vereisten van de kwalificatiefase te voldoen. Aan het einde van de inleidende fase gaan de leerlingen over naar de kwalificatiefase, waarin ze zich kwalificeren voor het Abitur-examen. Overdracht vindt alleen plaats van de introductiefase naar de kwalificatiefase, niet tussen de twee schooljaren van de kwalificatiefase. Met de bevordering aan het einde van de inleidende fase behalen de leerlingen het getuigschrift van de tussenschoolse opvang in het onderwijs van het Gymnasium. De prestaties in de kwalificatiefase worden meegenomen in de algemene beoordeling voor de Abitur.


Vraag 05:

Welke soorten cursussen zijn er en waarin verschillen basiscursussen en gevorderde cursussen van elkaar?

In de inleidende fase wordt het onderwijs georganiseerd in basiscursussen, in de twee jaar van de kwalificatiefase in basiscursussen (basisniveau) en in gevorderde cursussen (gevorderd niveau). Daarnaast kunnen in alle klassen verdiepingscursussen van twee uur worden gevolgd, met name in Duits, wiskunde, de gevorderde vreemde talen en, indien nodig, andere vakken. In de kwalificatiefase worden ook twee of drie uur durende projectcursussen aangeboden.
Advies over de individuele schoolloopbaan van een leerling met betrekking tot de verplichte en facultatieve vakken die gevolgd moeten worden, wordt op school gegeven door de adviesdocent.


Vraag 06:

Wat zijn "profielen"?

Als onderdeel van uw schoolcarrière kiest u een specialisatievak in de bovenbouw, hetzij in wiskunde of natuurwetenschappen, hetzij in een vreemde taal.


Vraag 07:

Wanneer worden de gevorderde cursussen gekozen?

Leerlingen kiezen hun twee vervolgopleidingen bindend aan het einde van de introductiefase voor de twee jaar van de kwalificatiefase.


Vraag 08:

Welke geavanceerde cursussen kunnen worden gekozen?

Het eerste vak voor gevorderden moet een vreemde taal zijn die wordt voortgezet vanaf de lagere middelbare school of wiskunde of een natuurwetenschap of Duits. Het tweede vak kan vrij gekozen worden binnen het kader van de eisen en mogelijkheden van de school.


Vraag 09:

Wat is het weekrooster voor de gymnasiale Oberstufe?

In totaal moet er in de drie jaar van de gymnasiale Oberstufe minstens 102 uur per week worden gewerkt. Binnen de inleidende fase en binnen de kwalificatiefase moet gemiddeld minstens 34 uur per week worden gevolgd. Een compensatie van het aantal wekelijkse lessen tussen de inleidende fase en de kwalificatiefase is niet toegestaan, maar wel mogelijk binnen de twee jaar van de kwalificatiefase.


Vraag 10:

Wanneer wordt het schoolgedeelte van de Fachhochschulreife verworven?

Op Gymnasien, Gesamtschulen en Weiterbildungskollegs wordt het academische gedeelte van de Fachhochschulreife op zijn vroegst na twee oplopende semesters van de kwalificatiefase verworven. In combinatie met een eenjarige begeleide stage of beroepsopleiding krijgen zij het recht om aan een Fachhochschule te studeren.

Meer gedetailleerde informatie:
https://www.schulministerium.nrw.de/docs/Schulsystem/Schulformen/Gymnasium/Sek-II/FAQ-Oberstufe/FAQ11-Abschluesse/Merkblatt_zum_Erwerb_der_Fachhochschulreife.pdf


Vraag 11:

Hoe kan ik mijn persoonlijke bovenbouwcarrière plannen?

Counseling over de individuele schoolloopbaan van een leerling vindt op school plaats door de counselingsdocent. Daarnaast kan de eigenloopbaanvan de leerling gepland worden met behulp van het internetgebaseerde adviesprogramma "LuPO"(Career and Planning Tool forthe Upper School), dat hier gedownload kan worden.